Deze column is gepubliceerd op 18 september 2010 in het Financieel Dagblad
Voor zijn begeleiders een cruciaal element: komt de ondervraagde over zoals gewenst, op televisie. Een mooi voorbeeld van de aspecten die hierbij spelen zagen we vorige week in het programma Nieuwsuur. Gerrit Zalm, ceo bij ABN Amro, laat zich, op kantoor zo te zien, uitgebreid interviewen door Clairy Polak. Zalm wordt levensgroot in beeld gebracht. Hij lijkt boos. En we registreren irritatie, op beeld. Wat we echter feitelijk zien, is een man die voorovergebogen op tafel leunt. Daardoor hangt zijn hoofd naar beneden. Vanuit die houding naar de ander kijken, geeft die impressie van boze irritatie. Alsof Zalm de ander aan wil vliegen. Een mogelijke oorzaak van dit hangen zien we even later, als Polak zichtbaar wordt. Zij leunt eveneens ver voorover, beide armen op tafel. Zo te zien neemt Zalm, onbewust, die houding over. Bepaal dus tevoren, wat de gewenste pose is, in dit gesprek. Door daar bewust zelf voor te kiezen, ontstaat autonomie. Belangrijk element hierbij is het verschil tussen wat je ter plekke, tijdens de opname waarneemt, en wat er op televisie zichtbaar is. De vertekening door een camera, die ook nog wordt ingezoomd, is aanzienlijk. Maak dus eventueel een korte proefopname, kijk naar het eindresultaat op beeld en pas waar gewenst de houding aan. De ondervraagde moet daarbij wel bereid zijn, goed te luisteren naar de adviezen van zijn staf. En ze vervolgens ook toe te passen. Andere suggestie voor Zalm: neem meer rust, juist als de vragen minder prettig zijn. Polak: ‘Welbeschouwd bent u ons, de staat, aan het volk, dertig miljard euro schuldig.’ Eerder een heftige suggestie, dan een echte vraag, overigens. Zalm vindt deze formulering onprettig. En vooral onjuist. Hij reageert onmiddellijk, zonder goed na te denken: ‘Nou, zo zie ik dat niet…’ Op dit moment heeft hij een probleem. De mond moet door, er moet een zinnig weerwoord volgen. Tegelijkertijd speuren de hersens razendsnel naar de uiteindelijke tekst, die dient te komen. Dat lukt Zalm op zich goed. Hij vervolgt: ‘…in de eerste plaats heeft de staat zelf besloten tot koop, en ook het bedrag wat men heeft betaald is in België achtergebleven, is niet in de bank beland, …’ Met zijn formulering is niets mis. Maar omdat hij het praten en denken combineert, rijgt hij de zinsdelen aan elkaar met een reeks komma’s. Daartoe schiet zijn stem telkens aan het eind van ieder zinsdeel omhoog. Dat geeft de impressie van een verongelijkt persoon, die zich beledigd voelt door deze suggestie van de ander. Oftewel: hij staat niet boven de materie en heeft zijn emoties niet in de hand. De echte oorzaak is, dat Zalm te snel reageert; waardoor hij eerst praat en dan pas denkt. Trainen in langer zwijgen is voor hem en zijn begeleiders het devies. Juist als de vragen prikkelen.
Het is trouwens merkwaardig, dat de ceo zo ontregeld lijkt door deze suggestieve formulering van Polak. Zij heeft vaker de neiging om op een dergelijke stekelige manier te formuleren. Dat maakt haar in de ogen van velen juist zo’ n scherpe journalist, terwijl anderen het irritant vinden. Hoe dan ook, een formulering als deze was te voorspellen. Analyseer derhalve vorige interviews van de journalist die komt, zodat bekend is wat de stijl van vragen wordt. Oefen zo’ n interview vooraf, en bereid goede antwoorden op vervelende vragen voor.
De manier van werken, in deze nieuwe formule bij Nieuwsuur, verdient eveneens zorgvuldige begeleiding. U geeft ergens overdag een interview. Fragmenten daarvan worden, na montage, in de avond uitgezonden. Voorzien van commentaar, verteld door Polak, staande in het kantoor van de bank. De moeilijkheid is, dat je als concern geen zeggenschap kunt afdwingen over het gemonteerde eindproduct. Dat vraagt om zorgvuldig voorbereide, zeer compacte antwoorden. Wanneer u als begeleider exact weet wat de ceo gezegd heeft in het oorspronkelijke interview, is ook sneller duidelijk of er in de montage is gerommeld met de antwoorden.
Dit was de laatste VISI.